De Promonta gipsblokken worden geleverd op paletten verpakt in een plastiek stretchfolie.
De paletten worden op de werf geleverd overeenkomstig een leveringsplanning die werd opgesteld in functie van de vooruitgang van de ruwbouw. De leveringstermijnen worden in samenspraak vastgelegd bij de bestelling. Op de werf dient een voldoende grote stockageruimte met vlakke en stabiele ondergrond te worden voorzien die toelaat alle paletten in één enkele laag te stapelen.
De gipsblokken dienen regenvrij bewaard te worden om alle contact met water te vermijden. Teneinde het nat worden van de blokken te vermijden dient het verwerken van de gipsblokken te geschieden nadat het gebouw glas- en waterdicht is.
Na ontvangst van de architectuur plannen ‘goed voor uitvoering’ zal het plaatsingsbedrijf een verdeelstaat opmaken met de verdeling van de paletten per verdiep en appartement, die hij aan de algemene aannemer zal bezorgen.
Met deze verdeelstaat zal de projectleider bij het optrekken van de ruwbouw de paletten binnen zetten op elk verdiep. Deze werkwijze laat toe de kostprijs voor het bevoorraden van de materialen tot een minimum te beperken.
Om de wanden te beschermen tegen optrekkend vocht zoals gelijkvloerse verdiepingen die rechtstreeks met de grond in contact staan, wordt een kunststoffolie of dergelijke geplaatst.
Wanneer er geen gevaar is voor opstijgend vocht, worden de blokken rechtstreeks op de vloerplaat geplaatst.
Bij te ruwe draagvloeren wordt onder de wand uitgevlakt met mortel, plaaster of plaasterlijm-mengeling. De eerste rij dient vlak geplaatst teneinde het openen van de verticale voegen te voorkomen. De blokken worden met de tand naar de bovenzijde gezet en de verticale voegen worden met tand en groef in mekaar geplaatst na verlijmen van deze voegen.
Ze worden goed aansluitend tegen elkaar geduwd zodanig dat de lijm uit de naden welt. De laatste blok wordt op maat gezaagd om als sluitstuk te dienen. Alvorens de tweede rij aan te vangen, wordt de eerste rij met de regel nagezien en eventueel gecorrigeerd.
Het eerste blok van de tweede rij dient zodanig geplaatst, dat de verticale naden verspringen. De zaagoppervlakten dienen ontstoft te worden.
Na verlijming van de horizontale en verticale voegen, worden de gipsblokken met hun tand- en groefverbinding nauwsluitend in mekaar geplaatst, zodanig dat aan beide zijden van de wand de lijm uit de naden welt.
De speciale tand- en groefverbindingen van de Promonta gipsblokken laten toe dat de overtollige gipslijm eveneens in deze holte kan uitwellen. Na het plaatsen van iedere rij blokken dient met de regel de vlakheid van de wand nagezien.
De gipsblokken dienen op maat gezaagd, zodanig dat de bovenvoeg tegen de zoldering ongeveer 1,5 à 2 cm bedraagt.
De zaagvlakken dienen degelijk ontstoft te worden. Teneinde de afval te beperken, kan de bovenste rij blokken eventueel verticaal geplaatst worden, en kunnen zaagstukken in de wand worden verwerkt. Nadat de wand nagezien werd op vlakheid en in het lood staan, wordt de wand in de bovenvoeg voorlopig vastgezet.
Met de uitwellende lijm worden de naden opgestopt en glad gestreken en de eventuele beschadigingen gedicht met een gips- of lijmgipsmengsel.
Om de stabilisatie van de vloeren en wanden toe te laten, wordt de bovenvoeg bij voorkeur opgestopt na de totale belasting van de vloerplaten. In dit verband verwijzen wij naar de technische voorlichting Nr. 132 van september 1980 van het WTCB. Om de afscheuringen der gipsblokkenwanden tegen de ruwbouwconstructie te beperken, heeft het voorkeur de bezettingswerken na het plaatsen van de gipsblokken uit te voeren. Eventueel kan de gipsblokkenwand aan de ruwbouwconstructie verbonden worden door het plaatsen van ankers. Dit dient bepaald te worden in functie van het ontwerp. Hier kan eveneens gebruik gemaakt worden van U-profielen eventueel voorzien van soepele voegband.